VSP

Onze artikel 40 vragen over achterblijven: woningbouw

Op 18 februari 2020 heeft onze fractie artikel 40 vragen gesteld aan het college inzake het achterblijven van de woningbouw

Onlangs is er in diverse media gerapporteerd en besproken op de Drechtsteden dinsdag, dat het huidige bouwtempo in de Drechtsteden ver achterligt bij de door de Drechtsteden geprognotiseerde aantallen woningen in 2030. Bij het huidige tempo zou er 33 jaar nodig zijn om het aantal woningen te bouwen die genoemd zijn (10.000) in de prognose. Terwijl deze aantallen al in 2030 klaar opgeleverd zouden moeten zijn.
Daarbij speelt er nog steeds de stikstof en Pfas probleem. De effecten daarvan zullen ook een rem vormen op de te realiseren aantallen. Er is ook een verschuiving van extra dure woningen naar meer modale woningen zichtbaar en dat heeft veel effect op de inkomsten van deze gemeenten!

Ook rekt het Dordtse college de geluidsnormen en de gevarennormen op om te kunnen bouwen op locaties die veel geluid produceren of dicht bij de gevaarlijke goederenspoorlijn liggen.

Er ontstaat negatieve rente op bankrekeningen en op spaargeld! In plaats van dividend krijgen van Eneco (8 miljoen euro) gaat de Gemeente Dordrecht betalen voor saldo op de bankrekening. In het meest extreme geval gaat Dordrecht 0,5% betalen over een saldo van 370 miljoen euro. Dat is een kleine 2 miljoen euro! Dus in plaats van 8 miljoen inkomsten, nu 2 miljoen kosten, een begrotingsverschil van 10 miljoen euro in het jaar 2020.

Door vertraging in de woningbouw en de verschuiving van het extra dure segment naar meer modale- en sociale woningbouw zullen de OZB-inkomsten in de komende jaren lager uitkomen.

De VSP heeft bij de behandeling van de begroting 2020 al aangegeven dat zij zich zorgen maakt over de haalbaarheid van de begroting in 2020 en de daaropvolgende begrotingen in de toekomst.

De VSP zou dan ook antwoord willen hebben op de volgende vragen nl;

1) Klopt het dat de vertraging in de woningbouw in de Drechtsteden zo dramatisch achterloopt?
2) Wat van deze achterstand in de woningbouw heeft betrekking op Dordrecht?
3) Hoe ver mogen normen van geluidsoverlast en veiligheidsnormen worden overschreden zonder dat er in de toekomst enig zicht is of deze overlast zal verminderen?
4) Klopt het dat de vertraging in de woningbouw OZB-inkomsten ongunstig gaan beïnvloeden en welk effect heeft dat op de meer jaren begroting?
5) Wat is het begrotingseffect op het ontstaan van negatieve rente in samenhang met de 370 miljoen euro van de Eneco gelden?
6) Wat zijn de gecombineerde effecten op de Dordtse meer jaren begroting (inclusief 2020) voortvloeiende uit de hiervoor gestelde vragen?

Wij zien uw antwoorden met veel belangstelling tegemoet.

Margret Stolk
VSP

Foto Thymen Stolk

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *